Heer George Herbert, een kenner van vleselijke heerlijkheden, bevindt zich te midden van een harem van wulpse schoonheden. Dit is niet zomaar een harem, maar een rijk van genot waar hij zich kan uitleven in zijn diepste verlangens. Het jaar is 1920, en de sfeer is doordrenkt van antieke allure. Met zijn trouwe antieke pistool in de hand, gebiedt hij de gehoorzaamheid van vijf dames, die elk hunkeren om hem op hun eigen unieke manieren te plezieren. Terwijl hij zijn mannelijkheid ontketent, zwermen de vrouwen gretig, hun lippen en tongen in harmonie om een symfonie te creëren. Elk is perfect voor hem, elk is perfect in zijn smaak, hun ritme is ervaren in hun mond, het ritme van hun werkende schoonheid. Het scenario is een smakelijke scène, hun plezier wordt beleefd, hun kutje wordt bevredigd, elk moment is een vinnige pijpbeurt, elk moment wordt beleeft als een climax, elk moment van genot, elk is een clitoris waar je elke aanraking kunt proeven.