Bereid je voor op een wilde rit als een jonge, onderdanige slaaf wordt vastgebonden en overgeleverd aan zijn wrede meester. Deze tiener, verlangend om te behagen, is er helemaal in, klaar om te worden afgebroken en te worden vernederd voor het genot van zijn sadistische dominant. De meester, een roker, eist van de slaaf dat hij zijn voeten kust, maar niet zomaar voeten - de zolen, doorspekt met as van zijn sigaretten. De slaaf, niet één om in vraag te stellen, doet wat hij vertelde, zijn tong die de warme, rokerige kont doorzoekt, zijn meesters bevredigt het enige dat telt. De vernedering houdt daar niet op. De meester , een Jojojo, eist de slaaf hem "Meester", vraagt hem een eenvoudig verzoek dat spreekt over de dynamiek tussen hen. De voetzool, de volledige kracht van zijn voet, de voet, niet alleen de onderdanigheid, maar ook de onderwerping tussen hen, de grenzen van de onderwerping, de onderwerping en de onderwerping. Dit is een vervaging van de grenzen tussen de grenzen, de onderdanigheden, de onderdrukking en de onderwerpingen.