Dolly Leigh, een onderdanige prinses, bevindt zich in de garage, staat te popelen om haar gezaghebbende figuur te behagen. Terwijl ze wacht op zijn terugkeer, wordt ze betrapt door zijn jongere broer, die een strenge waarschuwing geeft. Ondanks haar smeekbeden dringt hij erop aan dat ze gestraft moet worden voor haar ongehoorzaamheid. Hij grijpt de controle, kleedt haar uit om haar verleidelijke rondingen te onthullen. Met een ferme hand begeleidt hij haar naar haar knieën, waar ze gretig zijn flinke lid in haar mond neemt. De rijpe vader, die niet in staat is om het zicht te weerstaan, voegt zich bij zijn ervaren handen die haar kont begeleiden terwijl ze zijn dikke schacht bewerkt. Het pijnlijke, het delen van zijn schacht, nodigt hem uit en kleedt zich eerder uit in haar uit. De jonge vrouw lacht niet in de plooi, de stiefmoed galmt de wet, de vader lacht in de garage terwijl hun verlangens niet galmen, de vader kijkt naar hun verlangens, de vaders lacht in afwachting, terwijl hun vader de wet niet najaagt.