Havana Bleu, een bloedmooie brunette, bevindt zich in een precaire situatie. Ze is gearresteerd en wacht nu op haar lot door toedoen van een strenge politieagent. Haar smeekbedes om clementie zijn aan dovemans oren gericht, zoals de agentenautoriteit onverzettelijk is. Hij is niet zomaar een agent, hij is degene waar ze jarenlang naar verlangde. De aanblik van zijn uniform ontsteekt een vurig verlangen in haar. Terwijl de agent de controle overneemt, bezwijkt Havana voor haar verlangens. Ze leidde naar een stoel, haar handen geboeid op haar rug en haar rok omhoog geschoven. De agent, niet in staat om weerstand te bieden, neemt haar mee van achter hun passie door de lege kamer. Havana's kreunt de lucht van het genot van hun agent als een harde ontmoeting tussen hun geilheid, hun verlangens, hun onderwerping is een vermoeiende fantasie, een ontmoeting tussen de agente, een figuur van onderdans, en een ultieme bevrediging. Dit is een fantasie tussen haar lichamen, een fantasie-verboden ontmoeting, een fantasierijke ontmoeting tussen de officier en haar ultieme verlangens.