De scène begint met een verbluffend mooie bruid, een maagd, gekleed in een witte trouwjurk. Ze ziet er zenuwachtig en opgewonden uit terwijl ze het gangpad afloopt naar haar toekomstige man. Als ze bij het altaar komt, nemen haar zenuwen het over en begint ze te fidderen met de trek van haar jurk. Plotseling stopt de muziek en de bruidegom, gekleed in een smoking, neemt haar hand en leidt haar naar het midden van de kamer. Ze wisselen geloften uit en de ceremonie is voorbij. De bruid en bruidegom worden vervolgens ingeleid naar de receptie waar ze worden begroet door hun familie en vrienden. Terwijl ze zich mengen, merkt de bruid een groep jonge mannen in de hoek staan en voelt zich ongemakkelijk. Ze draait zich om naar haar volgende man voor steun, maar hij is onwetend over haar gevoelens. Plotseling wordt de bruid benaderd door een van de mysterieuze mannen die ze een drankje aanbiedt. Ze accepteert en begint te praten over haar bruiloft. Terwijl de groep vordert, begint de bruid steeds meer te verliezen.